Deze keer was het geen regenworm die opgesoupeerd werd. Kraak verse kever stond op het menu. Geen spek voor míjn bek, voor de merel: smakelijk!
Categorie archief: Insekten
Eén, twee, drie…
In mijn vorige blog toonde ik als laatste, een foto van 2 juffertjes op 1 grassprietje. Toen ik een halm zag met drie juffertjes, keek ik mijn ogen uit. De bedauwde vleugels gaven mij de mogelijkheid om meerdere foto’s te maken van dit triootje.
Juffertjes.
Een boogscheut ver, in de Geulvallei, ligt een klein natuurreservaat, ontstaan op de zinkhoudende graslanden van een oude mijnsite. Officieel heet het dorp Plombières maar evengoed hoor je de namen Bleyberg (Duits) of Blieberg (plaatselijk dialect). Het is altijd puur plezier om er te fotograferen met een overvloed aan plant- en diersoorten.
Een klik op de foto’s om te vergroten
Blauwe glazenmaker – Aeshna cyanea
In onze vijver is gisterenmorgen, de eerste blauwe glazenmaker uitgeslopen.
De blauwe glazenmaker is een fors gebouwde glazenmaker, die veel minder blauw is dan de naam doet vermoeden. Het achterlijf is donker met een mozaïektekening van licht gekleurde vlekken. De zijkant van het borststuk is grasgroen met dikke zwarte naadstrepen . De schouderstrepen zijn verbreed tot brede groene vlakken. Bij het vrouwtje en bij jonge exemplaren zijn alle lichte delen aanvankelijk geel, later groen. De ogen van het vrouwtje zijn aan de bovenkant bruin. De lichaamslengte van volwassen dieren ligt tussen 67 en 76 mm.
De levenscyclus van de blauwe glazenmaker duurt ongeveer twee jaar. De eerste winter brengt hij door als ei, de tweede winter als larve. Uitsluipen doet hij meestal in de maanden juli en augustus. De rijpingsduur van de imago is drie tot zes weken, en ze leven acht tot tien weken. De blauwe glazenmaker vliegt in een kenmerkend rustig tempo laag over de grond, steeds langs dezelfde weg, en liefst op plaatsen met veel halfschaduw, op bospaden en tuinen. Ze zoeken hun omgeving minutieus af en komen daarbij vaak opvallend dicht in de buurt van mensen.

You made my day!
De kolibrievlinder kwam altijd zo kort op bezoek dat het onmogelijk was hem te fotograferen. Fototoestel bereid en weg was ie. Deze keer had ik prijs! De zenuwachtige pijlstaartvlinder bleef rond de vlinderboom rondfladderen en had er duidelijk trek in, net zoals ik. Hij is een ware vlieg acrobaat, voortdurend in beweging, en met vleugelslagen van 70 tot 80 keer per seconde verbruikt hij heel wat energie. Op een gemiddelde dag bezoekt hij ongeveer 500 planten om aan zijn behoefte aan nectar te voldoen. Soms blijft hij kort in de lucht hangen. Ik maakte ongeveer 430 foto’s van dit beestje waarvan een goede 400 in de prullenmand terechtkwamen, soms was de vlinder spoorloos, soms onherkenbaar.



Pas uitgeslopen.
Iets te laat had ik gezien dat een libel in de vijver uitgeslopen was. De vleugels naast het lichaam, hing ze nog aan het huidje. Een twintig minuten erna spreidde ze haar vleugels en liet ze drogen in de zon, om iets later de wijde wereld in te vliegen. Ik vermoed dat dit een glazenmaker is, maar ik ben niet zeker of het de groene is…
Kleine parelmoervlinder
De kleine parelmoervlinder (Issoria lathonia) is vrij zeldzaam in België. Op de zinksites in het oosten van het land, komt deze vlinder nog voor ook al was hij dit jaar weinig aanwezig. Zijn naam heeft hij te danken aan de parelmoervlekken op de onderzijde van de vleugels. Het zinkviooltje is de voedselplant voor de rupsen. Van april tot oktober, uitzonderlijk tot november, vliegen drie generaties vlinders. Het is een schuwe en zeer snelle vlinder en ’s morgens bij dauw het makkelijkst te fotograferen. In Wallonië is hij beschermd.
(Vrij vertaald uit ‘Faune et Flore des sites calaminaires de l’Est de la Belgique’ van Luc Patureau)
Plebejus argus
Een grote naam voor een klein vlindertje met amper 2 à 3 cm spanwijdte. In Vlaanderen is het beter gekend onder de naam heideblauwtje en komt alleen nog voor in de Kempen. In Wallonië kan je het nog aantreffen op de Site Calaminaire in Plombières. De larve wordt door de miersoort Lasius beschut om te overleven. Deze mieren zijn in dit gebied talrijk aanwezig.
Na lang wachten spreidde het eindelijk zijn vleugels, het duurde geen 2 tellen en het vloog weg.
Lieve heer! Eén, twee beestjes
Een heerlijke zon zette tijdens het Paasweekend één en ander in beweging. Franse veldwespen dronken bijna onze vijver leeg, wantsen vlogen voor mijn neus weg. Maar ééntje, neen, twee lieveheersbeestjes hadden wat anders te doen. Of het veertienvlek of hiërogliefen lieveheersbeestjes waren, geen idee. Zelf zou ik liever een hiëroglief zijn dan 14 stippen, zeg nu zelf.
Dank aan Anna ( https://tuinsprokkels.wordpress.com ) die deze beestjes de naam Schaakbordlieveheersbeestjes gaf!