Covid-19 had een streep getrokken door onze reisplannen voor Kreta in mei 2020. In oktober 2021 was het aantal besmettingen zo laag, dat we 3 weken naar het grootste Griekse eiland op vakantie trokken. Het was heerlijk genieten van de rust en de natuur.
Dag na dag kregen we bij zonsondergang een prachtig schouwspel te zien.
Nà de zonsopgang (zie vorig bericht) was het tijd om de focus op de heide te leggen. Het licht was nog zacht. Enkele macro experimenten leverden onderstaande foto.
Op alle weer apps stond duidelijk: bij zonsopgang nevel. Dat betekende voor mij fotomateriaal klaarzetten en om 5u het bed uit. Op weg naar de Brunsummer Heide hield ik de lucht regelmatig in het oog, ik wilde niet te laat zijn. Het was niet de eerste keer dat ik hier naartoe reed, dus wist ik wáár ik de opkomende zon wou fotograferen. Het heuvelige landschap heeft zo zijn voordelen en alles stond tijdig klaar om de zonsopkomst vast te leggen. Het lichtspel tussen zon en nevel vond ik boeiend.
Op de grens met Nederland, Vlaanderen en Wallonië, strekt Montagne Saint-Pierre/Sint-Pietersberg zijn flanken tussen de vallei van de Jeker/Geer en de Maas/Meuse. Zijn specifieke geologische, ecologische en klimatologische eigenschappen creëren er een uiterst belangrijk natuurgebied. Een trekpleister voor natuurfotografen. Als de orchideeën bloeien ben ik erbij.
Dit gebied wordt beheerd door Natagora en Natuurpunt. Een interactieve tentoonstelling in het Maison de la Montagne Saint-Pierre in Visé geeft een boeiende inleiding in de unieke fauna en flora en het ontstaan van het gebied.
Indien ik mij bij het identificeren van de orchideeën vergist heb, dan hoor ik het graag. Ik ben geen expert in het determineren van deze plantensoort.
Ieder jaar opnieuw toveren narcissen het Hohnbachtal in een geel tapijt. Overal waar je kijkt, rondom rond bloeien de narcissen. Een heerlijk gevoel om er rond te wandelen en het is de bevestiging dat de lente eindelijk in het land is.
Ieder jaar opnieuw worden de Hoge Venen bedekt met een laagje sneeuw. Soms is het wat meer, soms wat minder. Na de overdreven grote volkstoeloop van de voorbije weekends, reed ik donderdag richting Mützenich. Mijn doel was het Brackvenn, waar ik hoopte op wat minder platgetrapte sneeuwpaden. Net voorbij Eupen staken nog groene grassprietjes door de sneeuw. Enkele kilometers verder en wat hoger in België, was de sneeuw goed aangedikt. Op de bomen lag een flink pak en de bedekte lucht creëerde een echte sprookjessfeer.
Nog net voor het jachtseizoen begon, ben ik op reeënjacht gegaan. Ik heb enkele dieren kunnen schieten en toen ik wegging leefden ze gelukkig nog allemaal. Alles verliep heel rustig tot het hondenuitlaatuurtje begon. De meeste baasjes hielden hun dierbare huisdieren mooi in toom. Eéntje echter spoorde zijn lievelingsbeestje aan om de ree dat nog op de weide liep op te jagen… En dát kan ik nu echt niet begrijpen!
Deze voormiddag dwarrelden de eerste sneeuwvlokken van 2020 naar beneden. De tuin was bedekt met een laagje poedersuiker. De webcams van Ternell en Botrange wedijverden om het hoogste aantal centimeter, Botrange haalde het met 9 cm. Snel pakte ik alle benodigde fotomateriaal in, zorgde voor de nodige laagjes om mezelf warm te houden en 40 minuten later stond ik in het sneeuwlandschap van Baraque Michel. Een kille wind gierde over de vlakte, mist, sneeuw en hagel belemmerden het zicht. Af en toe flitste een kleine lichtstraal door het donkere wolkendek, nooit lang genoeg oplichtend om een heldere foto te maken. Maar zo zijn de Hoge Venen, altijd verrassend anders.
Driemaal ben ik deze maand op stap geweest in de Hoge Venen. Telkens hopend dat álle apps het volledig mis zouden hebben en er tóch een béétje sneeuw zou liggen. En telkens moest ik vaststellen dat die appjes vrij betrouwbaar zijn. Géén sneeuw, bij de tweede poging wel een beetje rijp en daar moest ik het dan mee doen. Aan de Baraque Michel, op 674 m hoog was het -2°, terwijl in ons dorp op 236 m en in bebouwde kom de thermometer -5° aanduidde. En toch is er nog hoop, volgende week wordt het terug kouder… met sneeuw?
Die naam had ik wel al gehoord, maar nooit lang bij stilgestaan, alhoewel… daar was toch die waterval. Maar Néglessepeau?? Dat vond ik nergens op een kaart. Op een kille winterse morgen reden we er naartoe. Mijn kompaan wist de waterval zeker liggen, een beetje voorbij Remouchamps. En die grotten van Remouchamps die ken ik, als pruts van 9 jaar had ik er de stalagmieten en stalactieten bewonderd. In Sedoz maakten mijn hersenen opeens een klik – ik denk dat iedereen het kon horen – Ninglinspo was het! Het dialect van mijn reisgenoot had mij op een verkeerd been gezet. De Ninglinspo is een bijriviertje van de Amblève en stort zich een 10-tal meter naar beneden. Deze prachtige waterval heeft de klinkende naam Le cascade de la chaudière. Een uniek stukje natuur in de provincie Luik.