Het vliegje kroop in alle mogelijke richtingen rond het bloemknopje van de kappertjesplant (Capparis spinosa). Het sprong naar een ander takje, liep van beneden naar boven, draaide zich om, kroop weer een eindje verder, verstopte zich achter een blaadje, piepte snel naar dat grote monster en sprong weer weg of draaide rondjes. Het kleine vliegje – maximum 4 mm groot – had gestreepte oogjes en mooi getekende vleugeltjes.
Ik probeerde telkens opnieuw scherp te stellen, de kamera snel een beetje zwenken, iets dichterbij, wat verder af en ondertussen niet vergeten om ook nog de knop in te drukken.

Kamera Nikon D800 – Objectief Sigma Macro HSM 180mm f3,5 – ISO 400, f6,3, 1/60 sec, hoekzoeker, IR ontspanner, statief Manfrotto 055 pro

Kamera Nikon D800 – Objectief Sigma Macro HSM 180mm f3,5 – ISO 400, f5,0, 1/125 sec, hoekzoeker, IR ontspanner, statief Manfrotto 055 pro