De ijsvogel (Alcedo atthis) heeft een gedrongen lichaamsbouw, met korte pootjes, korte staartveren en brede vleugels. Zijn spitse snavel is ongeveer 4 cm lang en zit op een grote kop. De bovenkant van de ijsvogel schijnt kobaltblauw tot turkoois, afhankelijk van de lichtinval, de onderdelen zijn oranje. Het is een zeer schuwe vogel die leeft aan klaar stromend of stilstaand water waar kleine visjes leven. Vanop zijn zitplaats duikt hij pijlsnel naar beneden om een visje te vangen. Het blijft boeiend om deze vogel te observeren.
Tagarchief: Vogelfotografie
Zonsopgang deel 2

De laatste jaren is hun aantal sterk toegenomen, vooral dan in Nederland, maar ook in België is deze soort sterk vertegenwoordigd. Grauwe ganzen zijn de eerste broedvogels, reeds aan het einde van de winter kan men ze op hun nest zien. De eerste kuikens kruipen in april uit het ei.
Zonsopgang deel 1
Kort voor de zon opging zaten mijn fotomaat en ik in de kijkhut De Wielewaal in het natuurgebied Sint-Maartensheide – De Luysen. Dit prachtige gebied wordt beheerd door Natuurpunt en ligt op de grensvan Bree en Bocholt. Uitgebreide informatie vind je onder Sint-Maartensheide – De Luysen | Natuurpunt
De vroege zon bood een steeds veranderend kleurenspel. Toevallig kregen we bezoek van natuurgids Marcella die ons gedetailleerd informeerde over vogels en de omgeving. Met dank voor de interessante uitleg. Hieronder enkele foto’s.
Klik op de foto’s om te vergroten.

De futen hebben jongen
Het resultaat mag er zijn! De fiere ouders presenteren hun nageslacht. Het zijn er vier geworden. Moeder en vader fuut hebben het niet voor de boeg. Hun kroost rijdt gratis mee op de rug, verborgen tussen hun veren. En als dat te lastig wordt, dan schud je de kleine futen gewoon in het water. Naast de partner met de jongen op de rug, moet het kleine grut óók gevoed worden. Dat betekent werk aan de winkel.
Dubbelklik om te vergroten.

Het was te koud.
Ik loop een beetje achter op de vrieskou van twee weken geleden. Maar ik had tijd nodig om op te warmen, weer gevoel in mijn vingers te krijgen en foto’s te selecteren. Toen ik die vrijdagmorgen vertrok was het -10°, een bijtende ijzige wind en de motor van de auto had geen zin om snel aan te slaan. De Eijsdener Beemden lagen voor een groot stuk dichtgevroren. De meeste zangvogels zaten op de grond, ééntje had trek om een beetje rond te vliegen, grotere watervogels bleven zoveel mogelijk verdekt, té koud.


Geland.
Tjonge, landen is geen lachertje.
Eerst de pootjes mooi naar voor, niet te sterk spannen. Teentjes iets losser.
Een lichte aanraking met het wateroppervlak,
nog ietsje harder en…
Touch down. Nee zeg, weeral volledig nat.
Gelukkig loopt het water van mij af zoals bij een eend.
Vreemde vogels
In de verte staarde een reiger al een tijdje in het water, … beet! Maar wat hing daar aan zijn bek? Een gigantische kikker. De poten waren zo lang dat zijn bek bedekt was, het beest werd heen en weer geschud, onderwater gedompeld en na een lang gevecht eindelijk ingeslikt. Bij de canadaganzen is het langzaamaan verzamelen geblazen, kwestie van tijdig weg te zijn. Tussen de oefenvluchten door ontdekte ik een vreemde eend in de bijt, een grauwe gans. De meeuw met rode pootjes maakte een zachte landing.